Wie niet strijdt voor trans mensen, strijdt voor niemand
In dit korte essay pleit ik ervoor om transrechten mee te nemen in de strijd voor rechtvaardigheid. De meest kwetsbaar gemaakten in de samenleving worden als eerste maar nooit als enige aangevallen.
Zeventien jaar was Alice toen ze afgelopen maart overleed in het ziekenhuis. Twee dagen ervoor had ze een overdosis genomen. Op zestienjarige leeftijd vluchtte Alice uit Rusland omdat ze transgender was. In december 2023 kwam ze in Nederland aan en werd ze ondergebracht in het azc in Ter Apel. Alice was allesbehalve veilig daar en uiteindelijk werd ze overgeplaatst naar een azc in Amsterdam. De zorg voor Alice bleef uit en haar situatie verslechterde, wat leidde tot haar overdosis. Vandaag, op 13 april, organiseert de Trans Utrecht & Beyond een rechtvaardigheidsmars bij de IND te Den Haag om het signaal te geven dat het systeem in Nederland faalt, zeker als het lhbtiqa+-vluchtelingen betreft.
Alice’s dood legt de schrijnende realiteit bloot: Nederland faalt niet alleen als opvangland, maar ook als mensenrechtenland. Als Nederland een claim wil leggen op progressiviteit – wat behoorlijk moeilijk wordt gezien dit politieke landschap – dan moet het strijden voor iédere lhbtiqa+’er.
De voorlopers in de strijd voor een rechtvaardige wereld hebben vaak geen oog voor de transgemeenschap. In de pilaren die de bewegingen vormen, ontbreekt vaak de focus om te strijden voor transrechten. Gezien de hedendaagse morele paniek over transgender mensen, gevoed door conservatieven en (extreem)rechtse populisten, is het juist essentieel om oog te hebben voor transrechten.
Feminisme
Binnen het feminisme is er een duidelijke tweedeling te zien als het gaat over de transgemeenschap. Aan de ene kant zijn er feministen die zich verzetten tegen alle vormen van onderdrukking en dus ook strijden voor de rechten van de transgemeenschap. Maar aan de andere kant zijn er feministen die juist tégen transrechten zijn, die in de activistische volksmond vaak Trans Exclusionary Radical Feminists ofwel TERFs worden genoemd. Zij claimen voor vrouwenrechten te strijden en zien transrechten als inbreuk op vrouwenrechten. Maar transrechten vormen juist een wezenlijk onderdeel van feminisme. Zonder strijd voor transrechten blijft feminisme incompleet.
Patriarchale en conservatieve stromingen willen namelijk zowel vrouwenrechten, waar het feminisme traditioneel mee geassocieerd wordt, als transrechten inperken. Beide vormen van onderdrukking dienen hetzelfde doel: het in stand houden van een patriarchale samenleving waarin gender en macht onderhevig zijn aan een rigide regulering. Feministen die tegen transrechten zijn, kiezen er vaak voor om samen te werken met patriarchale en conservatieve spelers.
Feministisch filosoof Judith Butler ziet dit gebeuren. In het oorspronkelijke The Guardian interview uit 2021 — The Guardian heeft na protest deze passages weggehaald uit het interview — stelt Butler dat antitrans-feministen zich vastpinnen op het biologische argument van geslacht en zich verzetten tegen het idee dat gender een sociaal construct is. Ook noemt Butler deze groep feministen vergelijkbaar met fascisten. Volgens Butler vertoont deze groep fascistische tendensen omdat ze vasthouden aan biologisch essentialisme en allianties aangaan met anti-gender bewegingen.
Het biologisch essentialistische argument dat vandaag de dag veelvoudig gebruikt wordt door antitrans-feministen en andere conservatieven is dat je niet van gender kan ‘veranderen’. Ze stellen dat je alleen een vrouw kan zijn als je een baarmoeder hebt, als je menstrueert, als je niet te veel testosteron in je lichaam hebt. In veel landen waar (extreem)rechtse en conservatieve spelers nu aan de macht zijn, worden zowel transrechten, abortusrechten als vrouwenrechten tegelijkertijd aangevallen.
Ook is het voor conservatieven strategisch om antitrans-sentiment in het feminisme te voeden en groter te maken. Als feministen onderling verdeeld raken over transrechten, wordt de feministische beweging als geheel zwakker. Een klassieke verdeel-en-heers tactiek. Een verdeelde beweging kan de strijd voor rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid minder goed voeren. Juist omdat het feminisme altijd heeft gestreden tegen het reduceren van vrouwen tot biologische kenmerken, is het geen toeval dat conservatieve krachten inspelen op anti-trans sentimenten. Ze voeden deze actief om feminisme van binnenuit te verzwakken. Om deze redenen moet feminisme verenigd blijven in de strijd tegen patriarchaat en conservatisme. Een transinclusief feminisme is de enige manier om een rechtvaardige wereld te bereiken.
Antifascisme
Ook in de strijd tegen het fascisme is het van uiterst belang om oog te hebben voor de transgemeenschap. Bij het bestrijden van fascisme is het essentieel om oog te hebben voor de zondebokken die fascistische leiders aanwijzen. Eén van de centrale kenmerken van het fascisme gaat om het behoud van een ‘orde’ die zij voor ogen hebben. Historicus Robert O. Paxton beschrijft in The Anatomy of Fascism dat fascisme een diepe afkeer heeft voor pluralisme, gelijkheid en modernisering die hiërarchieën bedreigen. Fascisme draait in de kern om nationale eenheid, verheerlijking van traditie en het verleden, behoud of herstel van een hiërarchische sociale orde, en de zuivering van elementen die deze orde zouden verstoren.
Genderdiversiteit wordt bestempeld als een van die elementen die de orde verstoort, naast de andere aangewezen zondebokken zoals vluchtelingen, moslims en migranten. De transgemeenschap wordt door extreemrechts geframed als een ideologie (zoals in de term “genderideologie”), een perverse minderheid die kinderen zou indoctrineren, een “symbool” van moreel verval.
Trans mensen aanwijzen als de zondebok is een afleidingsmanoeuvre zodat fascistische leiders voorzieningen in de samenleving kunnen afbrokkelen. Trans mensen zijn niet de reden dat je geen eieren, gezondheidszorg of een huis kunt betalen. Je richt je op de verkeerde 1%”, sprak actrice Laverne Cox onlangs treffend in praatprogramma The View. Cox heeft het hier dan over de 1% van de rijken wiens belangen behartigd worden door fascisten.
Fascistische en extreemrechte leiders hebben een dwangmatig beeld over gender nodig om hun controle te behouden — een gescheiden lijn tussen man en vrouw, en een duidelijke hiërarchie tussen de twee zijn daar onderdeel van. Historicus Andrea Pető zei daarover het volgende: “Gender has become a symbolic glue that holds together different strands of right-wing populism and religious conservatism, all of which yearn for a return to a moral, stable, and gender-conforming society.”
Afgezien van het feit dat solidariteit met de transgemeenschap noodzakelijk is omdat solidariteit met (andere) onderdrukte groepen het meest menselijke en empathische is om te doen, is de transgemeenschap ook een kanarie in de koolmijn. Queer theoloog Linn Marie Tonstad schreef in het boek Queer Theology: “Anti-trans rhetoric is a disciplining device — it tells everyone what will happen if they deviate from the norm.”
Degene die het meest van de norm afwijken zijn het eerste doelwit, maar uiteindelijk zal iedereen die ook maar enigszins niet tot de norm behoort, worden aangemerkt als vijand en daar de consequenties van moeten ondervinden. Dat blijkt uit de heksenjacht die Trump nu voert op lhbtiqa+ mensen en met name trans mensen, of Wilders die tweet over ‘woke waanzin’ als het gaat over de Transgenderwet. Solidariteit met trans mensen is geen optie of keuze. Het is de kanarie in de koolmijn van elke beweging die zegt te staan voor rechtvaardigheid.